2024 begint goed

Met een “nieuwe” Defender, nou ja een iets jongere, maar wel voldoend aan de aangepaste wensen, na de ervaringen van de afgelopen jaren.

Het chassis is veel beter, de motor is wat groter en moderner (TD5 en dat scheelt in vermogen en uitstoot, ook mooi meegenomen in deze tijd) en met een originele tussenbak (want tijdens de vakantie was het soms wel erg “zwoegen” met de aanhanger in de bergen).

De komende tijd moet er nog wel het nodige gebeuren. Ik wil bijvoorbeeld het hondenrek, de lier en de luifel van de oude auto overzetten en nog wat kleine zaken (de sloten lopen nogal stroef), maar dan zijn we klaar voor meteen een grote trip met Pasen naar Frankrijk (camping Les Angeles).

Nog een paar dagen tot de A13 Velddagen

Komend weekeinde zijn er weer de IARU Velddagen wereldwijd en dat betekent dat een aantal leden van de Veron Afdeling 13 eropuit gaat. Vanaf donderdagavond hoop ik er al te zijn; op camping Den Oorsprong in Boxtel. 
Ik ben alvast begonnen met inpakken,  want vanaf woensdag ligt onze straat open. Dat betekent ook dat de Conqueror Comfort trailer niet mee kan, dus het wordt “old school” kamperen met een tent en een luchtbed. Na de 4000+ km van de afgelopen maand zal dat wel even wennen zijn ?.
Ik heb dus ook geen 90 liter koel/vrieskast, maar voor een weekendje voldoet de oude koelbox ook prima. Die staat in ieder geval alvast in de auto.

11 – 12 aug: Camping Bellevue in Fumay, 13 aug: weer thuis

We hadden inmiddels wel genoeg van drukt, dus was het plan om vrijdag de 11e een camping niet te ver van huis te vinden en dan de “Zwarte Zaterdag” lekker te blijven staan. Sonja had er één gevonden: Bellevue in Fumay op zo’n 250 km van huis af.

Voor alle zekerheid heb ik uiteraard gebeld en een plek gereserveerd en ook daardoor was het een ontspannen reis, want we waren zeker van een plaatsje. En het bleek een leuke “old school” camping direct aan de Maas. Er kwamen nog wat Nederlanders langs die eerst bij de naburige Camping municipal waren geweest (vol en bij nader inzien minder leuk), dus het vooraf bellen was wel slim gebleken.

Zaterdag hebben we een leuke wandeling in de buurt gemaakt en de luifel droog ingepakt (het had ’s nachts en ’s morgens wat geregend).

Op zondag begon de dag wat nevelig, maar get werd al snel droog

Dat was wel aangenaam bij het inpakken, tegen de tijd dat de zon de mist verjaagd had en het warmer begon te worden, hadden wij alles ingepakt.

De af te leggen afstand was maar beperkt en we hadden de hele dag, dus we kozen een binnendoor route (later een klein beetje bijgesteld), wat een prachtig tochtje opleverde zonder ook maar ergens in de file terecht te komen. En passant was de route ook veel mooier dan de saaie weg via Luik en Maastricht.

Met recht een supervakantie die ook weer wat leuke ideeën voor de toekomst heeft opgeleverd.

De missende dagen: 5 -8 aug dÓrpheo Negro

Op zaterdag (ja, nu weet ik het ook, dat doen we nooit meer) wilden we wat verderop langs de kust een camping zoeken. Nou, vergeet het maar: het leek wel of heel Spanje op vakantie was. Na een camping die we niet konden vinden, ergens in een plaats propvol met vakantiegangers, vonden we er één die we wel konden vinden. Bereikbaar via een smal weggetje met 10% helling wat ook nog de algemene toegang tot het strand bleek te zijn en natuurlijk was hij vol, dus we konden weer terug.

Bellen om een plaatsje te vinden leverde ook niets op: telefoonnummers bleken niet te bestaan of de telefoon werd niet opgenomen of alleen beantwoord door een antwoordapparaat met de mededeling dat je via de website kon reserveren. Leve de moderne tijd!

Toen de telefoon op de (uiterst simpele) camping “Playa de Arnia” bij Santander wel werd opgenomen, kreeg ik te horen dat zelfs zij vol zaten.

Uiteindelijk hebben we in de auto overnacht, in een dorpje naast een benzinepomp en een heerlijk restaurant, zodat we goed gegeten hadden. Er was ook een hostal, maar ja, ook daar waren natuurlijk alle kamers bezet.

Na een niet al te beste nacht besloten we dan maar via de snelste route (dus bij uitzondering via tolwegen) naar een plek te gaan waar zeker plaats zou zijn: d Órpheo Negro. Wel wat eerder weg uit Spanje dan oorspronkelijk de bedoeling was, maar zo was er ook niet veel aan. Volgend jaar gaan we in juni!

En wat voor plaats was er deze keer voor ons. We konden zomaar aan het meer staan en dat zonder vooraf te reserveren. Wat een verademing na de drukte; we zijn een paar dagen blijven staan met uiteraard een passend diner bij La Tropicana als afsluiting.

En zo zijn we op 9 aug naar Gien gereden (vooraf even gebeld: “ja hoor, natuurlijk hebben we plaats”).

De missende dagen: 1 – 4 aug O Razo

We hebben 3 dagen op Ruta de Finisterre gestaan met de tweede dag ’s morgens regen, zodat we de luifel opgezet hebben. Daarna was het droog en dus zijn we de kaap opgegaan.

Er waren de nodige toeristen, maar het was niet overdreven druk en hier kon ik de foto maken die ik wilde hebben: de honden aan het “einde van de wereld” (hoewel dat eigenlijk nog wat verder weg ligt).

Na nog een heerlijke maaltijd aan het strand en een sfeervolle avond, waren we aan het einde van ons bezoek gekomen.

Op 3 augustus zijn we naar de baai van Ares gereden, waar ik in mij jeugd veel gekampeerd heb. De oude camping (Seselle) was er ook bij ons vorige bezoek al lang niet meer, maar een stukje verderop is de (inmiddels ook al bejaarde) camping O Razo, waar we, nog net aan het einde van een straatje, een plekje konden krijgen. Het kostte een uur om de kar op zijn plek te krijgen, maar we keken wel uit op de baai.

’s Morgens bij het wakker worden, keek ik vanuit mijn bed al uit over de baai recht op Ares, dat was voor de eerste keer!

’s Nachts zag je overal lichten en met veel moeite waren de boeien nog te vinden. Hoe anders dan vroeger toen je een paar lichtjes in Ares zag en verder alleen maar de boeien.

De camping is overigens, net als vroeger Seselle, vrijwel alleen bezet met Spanjaarden. Ik heb tijdens een wandeling geen enkel buitenlands nummerbord ontdekt, dus we waren als vanouds “Los Holandaises”. Op de diverse sanitairblokken stonden de watertanks (volgens mij nog gewoon van eterniet) alleen wel veel meer dan de enkele tank in Seselle vroeger (die regelmatig leeg was als je wilde douchen).

9 – 10 aug:Gien

Op 9 aug zijn we van d’Orpheo Negro vertrokken (ja daar waren we inmiddels aangekomen en een dag blijven staan; van de tussenliggende dagen missen de verslagen nog) en naar Gien gereden, waar we op de camping in Poilly Lez Gien staan.
Dat is dus aan de overkant van de Loire met uitzicht op Gien. Hier zijn we ooit (2008) eerder geweest en het is een leuke plek om te staan met een heerlijk restaurant.
Vandaag zijn we even naar Gien op en neer gewandeld tot aan een terras met een chagrijnige dame (dus toen hadden we al weer gegeten en gedronken). Op de terugweg bleek er midden op de brug een cache te liggen (gauw even opgepikt) en nu zitten we lekker aan onze eigen bar in de schaduw te genieten van een drankje.
En tussendoor hebben we de stieren op de auto (en Conqueror) geplakt, die Sonja een week geleden bij een winkeltje in Spanje kocht.
Daar hebben we ook nog wel het nodige meegemaakt, maar dat verhaal komt nog.

31 juli Ruta de Fisterra

Vandaag zijn we dus eidelijk aangekomen op het verste punt van onze vakantie: Kaap Finisterre (of Cabo Fisterra in het Gallisisch). Onderweg hebben we nog even inkopen gedaan. we kunnen alles lekker snel direct in de koelkast of voorraadkast laden buiten het bereik van de honden, alleen het vinden van de juiste spullen in zo’n vreemde winkel kost dan wel weer veel tijd 
De camping (Ruta de Fisterra) is geweldig: als je de straat oversteekt loop je zo het strand op.
En er was ruimte genoeg, dus we staan heerlijk onder de pijnbomen. Bij aankomst hingen de wolken wat laag, waardoor het af en toe wat miezerde en ook de volgende dag begon zo (“Ardennens droog”), maar ’s middags trokken de wolken weg, de zon brak door en we hadden een prachtig uitzicht op de Atlantische Oceaan.

29/30 juli Riaño – Valle do Seo

We zij de 29e nog een dagje in Riaño gebleven en het dorpje zelf ingegaan. Het is leuk en mooi, maar redelijk toeristisch wat natuurlijk niet zo vreemd is op zo’n mooie plek.
Op zondag zijn we vertrokken richting Kaap Finisterre (Cabo Finisterra) via de mooie route, dus niet de snelste. Ongeveer halverwege (net iets voorbij Ponferrada) hebben we een camping uitgezocht (Valle do Seo). Dit bleek een kleine camping met ernaast een veld waar allerlei kampen georganiseerd worden. Er was er net een ten einde (meer dan 200 kinderen volgens de eigenaar) en daarom was de camping eigenlijk dicht (ik had het bord aan de ingang over het hoofd gezien). We mochten toch een nachtje blijven staan, alleen waren de bar en het restaurant dicht. Jammer, want het zag er wel gezellig uit. Na enig babbelen met de eigenaar kon ik wel een fles wijn kopen en een brood kreeg ik voor niks (want het was van de dag zelf, dus niet 100% vers). Op de (kleine) camping stonden alleen wat Spaanse gezinnen, die uiteraard weer verbaasd naar dat vreemde “Dhinng” keken. Eigenlijk was dit wel een hele mooie camping, ’s nachts was het echt doodstil, op het geruis van het riviertje na. Een volgende keer even vooraf bellen, want in juli en augustus zijn er veel kampen, maar als je die kunt vermijden is het een juweeltje!

De missende tekst

Tja en dat krijg je dan als je je updates vanaf je telefoon verstuurd: één keer per ongeluk op de verkeerde plaats het scherm aanraden en je update is onderweg, ook al staat er geen letter tekst bij.
De eerste 3 foto’s spreken redelijk voor zich: het is een mooi verschijnsel wat zich hier regelmatig voordoet. Als het ’s morgens koud is, ligt er een dikke mist over het meer en soms zelfs op de camping. Komt de zon eenmaal op, dan zie je de mist veranderen in laaghangende wolken in het dal, die langzaam opstijgen en uiteindelijk boven de bergen verdwijnen. Het blijft fascinerend.
Maar nu even over de titel bij de foto’s: jaren geleden had ik voor mijn werk regelmatig contact met een medewerker van mijn klant die op het kantoor in Madrid werkte en toen hij een keer voor een vergadering op het hoofdkantoor in Eindhoven was, hebben we samen even koffie gedronken. Hijzelf en zijn vrouw bleken uit de omgeving van Riaño te komen en, min of meer gekscherend, spraken we af dat we elkaar dan mooi eens zouden kunnen ontmoeten als we beiden in de buurt zouden zijn. De pogingen daartoe zijn elke keer gestrand: in 2018 doordat we autopech hadden en dus niet meer zover Spanje in konden, in 2019 omdat we niet op vakantie gingen, in 20 en 21 wegens Covid en vorig jaar omdat we door alle gedoe met de registratie van de Conqueror maar 2 weken hadden en naar Denemarken zijn gegaan. Maar dit jaar leek het te gaan lukken, omdat hij precies in onze 2e week in de buurt zou zijn. Gisteren kwam hij met zijn vrouw naar de camping en het bleek dat hij een tafeltje had gereserveerd bij een naburig restauant wat hem was aangeraden. Venta de Eslonza heet het en het ligt in een heel klein dorpje waar je niet zou verwachten dat je zo lekker kunt eten. Nou dat kan wel en we hadden een geweldige middag. En nu maar afwachten of het ooit nog een keer gaat lukken.
En de laatste foto? Je zou haast vergeten dat we ook nog onze trouwe viervoeters bij ons hebben, die het prima doen en genieten van de wandelingen en lekker slapen (in de schaduw als het erg warm is).